Sipendi Arusha (Ik hou niet van Arusha) (Donderdag

Na het afscheid van de 4 Vlaamse reizigers gingen we met z’n allen (John, Petro, Safari en ik) hout kopen. Safari zou achterblijven want alle balkjes moesten gemeten worden daar ze niet even lang waren maar allemaal rond de zes meter schommelden. We hadden betaald voor 600m en dus zou er gemeten worden tot 600m.

John wou ook nog wat eigen inkopen doen, wat we verder te voet zouden doen want de jeep moest nog naar de (straat)garage. In die straat zijn mannen aan het sleutelen aan auto’s, jeeps of vrachtwagens. Met de uitrusting van een doordeweekse autoliefhebber herstellen ze zowat alles aan een voertuig. Moet er onder aan de auto gewerkt worden dan wordt het vehikel met één of meerdere gewone krikken van grond getild en schuift de man zich rugwaarts eronder. Hier worden zelden originele stukken gebruikt. Rubbers worden in de juiste vorm uit een versleten autoband gesneden. De linker zijde van de straat telt zowat 15 zulke garages die allemaal goed hun werk hebben.

Arusha is een stinkstad met een constante file, in beide richtingen, op de (geasfalteerde) hoofdstraat. Tussen al deze auto’s, jeeps en vrachtwagens slingeren zich nog tientallen bromfietsen, fietsers en voetgangers. Je moet al een fanatieke stadsliefhebber zijn om hier lang te willen blijven.