Op familiebezoek

Baraka heeft een boontje voor blanken. Hij zat ons steeds op te wachten en dwaalde daarna altijd rond aan het schooltje of bij Charlotte, Eva of Nele. Iedere keer ik terugkeerde naar de camping moest ik hem ook eens omhoog steken. Ik kende hem nog van mijn verblijf in februari, toen ik ook zijn moeder Mary regelmatig zag. Nu zou je denken dat hij een weesje was.
Tegen alle regels van de kunst in, maar gedwongen door tijdsnood, werden de kolommen vanmorgen ontkist. We hadden de planken nodig om de ringbalk te bekisten. Nadien werden de kieren dichtgestopt met lege cementzakken en de wapening er in gelegd. Door de uitstekende wapening van de kolommen om te plooien werd alles één geheel. Het werken boven de 2 meter kon alleen door ladders te gebruiken. Helaas in het winkeltje in het dorp had men er geen, werkgerei weet je wel. Die maakten we dus zelf van de overschot van de dakspanten.
Omdat men alles wou doen om de doelstelling te halen, besloten de mannen geen rustpauze te nemen maar door te werken tot de ringbalk gebetonneerd was. Daar de vrouwen en jongeren hier minder konden bij helpen, was dit het moment om eens een Maasaivilla van nabij te bekijken. Marias nodigde hen uit bij hem thuis. Ondertussen werd het beton gemengd, in een emmer gedaan en doorgegeven aan Willy die op de stelling stond en de bekisting, manueel, vulde. De bekisting van de achterkant werd ook vooraan gebruikt en tegen ’s avonds was de volledige ringbalk gebtonneerd.

De villa van Marias bestaat uit 2 gebouwen, het hoofdgebouw en een hoger pgelegen klein gvebouwtje. Het hoofdgebouw werd bewoond door Nalaré (vrouw en moeder), Saroni, Norsortoi, Nanor, Milia en Nashepai. Het gebouw bestaat uit 4 plaatsen: een klein smal plaatsje om het jonge geitje ’s nachts binnen te zetten, de keuken/zitplaats en 2 slaapkamers.
De heer des huizes sliepniet thuis maar in een tentvormig takken bouwsel waar je met een takkenladder naar toe moet. Wil de man eens Afrikaans rammen dan liggen de 5 kinderen in één slaapkamer. Twee bankjes en 2 stoeltjes maken de zitmeubelen uit, een tafel is niet nodig. Ook deze woonst vergt regelmatig onderhoud. Modder of koeienstront om de gaten dicht te maken en lang gras om de gaten in het dak te dichten. Ik had meer luxe op de camping en in mijn tent.

In deze wijk wonen de armste Maasai, meestal zonder koeien en één of twee geitjes. Als je merkt dat deze mensen minstens zich zo gelukkig voelen als wij, blijf je wel eens stil staan bij wat we hier soms meemaken.